Na acht jaar afwezigheid staat Italië weer op het podium van de Olympische Spelen. In de door Frans Loderus gefloten kleine finale versloeg de ploeg van coach Mauro Berruto het Bulgaarse mannenteam in vier sets: 25-19, 23-25, 25-22 en 25-21. De vijfde olympische medaille voor het Italiaanse mannenteam is een feit.
Zoals het hele toernooi was Cristian Savani ook in de bronzen finale van groot belang voor de Italiaanse ploeg. De 30-jarige aanvoerder mocht 23 punten bijschrijven op zijn conto, waarvan maarliefst zeven aces. In de halve finale tegen Brazilië kwam alleen Savani aanvallend langs de volleybalgrootmacht, maar tegen Bulgarije was Michal Lasko ook ouderwets op dreef (achttien punten). In de eerste set sloegen zij Italië eigenhandig naar de winst: 25-19.
Bulgarije wist zich pas vanaf set twee in de wedstrijd te mengen en vanaf dat moment ontliepen de teams elkaar weinig. Waar Bulgarije in de poulefase nog een eenvoudige 3-0 overwinning had geboekt op Italië, was het vandaag een gelijk opgaande wedstrijd. Bulgarije bracht de spanning terug in de wedstrijd door de tweede set met 25-23 te winnen. Bulgarije probeerde vervolgens door te drukken, maar een vroege voorsprong werd in de loop van de derde set teniet gedaan door sterk serveren van Lasko en Savani: 25-22. In de vierde set hield Italië stand en op 24-21 benutte Emanuele Birarelli het tweede wedstrijdpunt.
Italië haalt in navolging van 1984 en 2000 de bronzen medaille op de Olympische Spelen, in 1996 en 2004 won de ploeg zilver; goud ontbreekt nog steeds op de erelijst van het topland. Michal Lasko en Ivan Zaytsev treden met de medaillewinst in de voetsporen van hun vaders. Lech Lasko en Vyacheslav Zaytsev wonnen met respectievelijk Polen (goud 1976) en de Sovjet-Unie (goud 1980, zilver 1976 en 1988) eveneens een volleybalmedaille in hun carrière. De olympische palmares van Bulgarije blijft steken op één zilveren medaille.