De drie Duitse teams die nog in de Europese competities actief zijn, leden deze week allemaal een thuisnederlaag.
In de Champions League merkte Dresdner SC dat het verschil met de echte Europese top nog enorm is. Het bezoekende Dinamo Kazan kreeg de 2650 fans in de Margon Arena snel stil met een kille 3-0 zege. In de eerste en derde set was de ploeg onder aanvoering van de Amerikaanse Jordan Larson oppermachtig (25-12 en 25-13), in de tweede set mocht Dresden een paar keer een kleine voorsprong koesteren maar aan het eind was Kazan weer de baas: 25-20. Robin de Kruijf deed bij Dresden nog goed mee met zeven punten, diagonaal Judith Pietersen kwam er niet aan te pas tegen de Russische blokkering en bleef op 5 punten en een zeer laag aanvalspercentage hangen.
In de CEV Cup verloor Stuttgart in de kwartfinale ook met 3-0 van het Italiaanse Urbino. Maar geheel kansloos was het Zuid-Duitse team, ondanks het gemis van de geblesseerde Kim Renkema, niet. In de eerste set ging de thuisploeg lang aan de leiding maar gaf de zege op het eind weg. In de tweede set domineerde Urbino, de derde set kende wisselende kansen maar de Italiaanse ploeg bleek het koelbloedigst.
In de achtste finale van de Challenge Cup kwam VfB Suhl tegen het Zwitserse Koniz terug van een 2-0 achterstand in sets (18-25 en 21-25) door de derde en vierde set met 25-21 te winnen. In de vijfde set bleek de pijp leeg bij het team van Laura Dijkema: 11-15. Vooral de zwakke pass brak de Duitse ploeg op.