Op het wereldvolleybalbondcongres heeft Roald Bahr, voorzitter van de medische commissie, het nieuwe antidopingprogramma gepresenteerd om de volleybalsport schoon te houden. Daarnaast roemde hij andere medische programma’s binnen de sport die met succes waren ingevoerd de afgelopen jaren.
Het FIVB-congres in het Amerikaanse Anaheim draait natuurlijk om de verkiezing van de nieuwe bondspresident (lees hier de column van Joop Alberda over de verkiezing). De presentatie van de Noorse Bahr was echter een positief verhaal tussen alle formaliteiten op het congres. In 2008 voerde de FIVB een nieuw anti-dopingprogramma in, die met succes is doorgevoerd. Daarnaast kon hij melden dat de wereld anti-dopingorganisatie (WADA) de FIVB ‘volledige medewerking’ verleent. Het programma bestaat uit onder andere dopingcontrolers bij FIVB- en continentale competities, out-of-competition testen en het whereabout-systeem onder (beach)volleyballers.
Dat het medische programma niet alleen maar om doping draait, benadrukte Bahr eveneens in zijn presentatie. Het invoeren van medische controles van scheidsrechters is een succes geworden. Ten slotte presenteerde hij de voortgang van het hitte-programma bij het beachvolleybal. Sinds 2009 worden alle hitte-gegevens van de wedstrijden van World Tour bijgehouden, net als alle opgaven van spelers vanwege hitteproblemen.